Rentemarkt: analyse van recente veranderingen in de VS en Europa

In deze analyse verkennen we de recente en aanzienlijke verschuivingen in de rentemarkten, met een focus op de impact van het Amerikaanse ministerie van Financiën en de Federal Reserve (Fed), alsook de situatie in Europa. We onderzoeken hoe veranderende belastinginkomsten, inflatie, en de economische groei in de VS en Europa de financiële stabiliteit en beleidsbeslissingen beïnvloeden. Daarbij wordt gekeken naar de verwachtingen van investeerders aangaande renteverlagingen, de impact van inflatieveranderingen, en de mogelijke gevolgen van een economische vertraging. We behandelen ook de diverse scenario’s die zich kunnen ontvouwen in de Amerikaanse economie, waaronder de invloed van kunstmatige intelligentie, consumentengedrag, en bankensector risico’s. Ten slotte wordt de economische situatie in de Eurozone geanalyseerd, inclusief de verwachtingen rondom de Europese Centrale Bank (ECB) en de uitdagingen waar deze regio voor staat.

Veranderingen op de Amerikaanse obligatiemarkt

De recente gebeurtenissen op de rentemarkten zijn zeer dynamisch geweest. In de beginfase van de week kondigde het Amerikaanse ministerie van Financiën aan dat het van plan is minder nieuwe obligaties uit te geven dan oorspronkelijk werd verwacht. Dit besluit is genomen met inachtneming van de verwachte hogere belastinginkomsten als gevolg van voortdurende economische groei. Tegelijkertijd heeft de afnemende inflatie in Europa, samen met hernieuwde zorgen over de financiële stabiliteit van sommige Amerikaanse banken, geleid tot een daling van de rentes. Echter, op woensdag liet de Fed een minder voorzichtige houding zien dan verwacht. De langetermijnrentes stegen op vrijdag, vooral in de VS, vanwege sterke prestaties van de Amerikaanse arbeidsmarkt en aanhoudende consumentenbestedingen.

Verschuivende verwachtingen en inflatievooruitzichten

Investeerders hebben als gevolg van deze ontwikkelingen hun verwachtingen voor een eerste renteverlaging aangepast en naar iets later in het jaar, waarbij de verwachting wel is dat zodra de Fed en de Europese Centrale Bank (ECB) beginnen met het verlagen van de rente, deze verlagingen relatief snel zullen plaatsvinden.

Diverse redenen worden aangevoerd voor de verwachting dat centrale banken de rente aanzienlijk zullen verlagen:

  • Ten eerste lijkt de inflatie net zo snel te dalen als het in 2021 en 2022 steeg, wat grotendeels te wijten lijkt aan problemen aan de aanbodzijde. Nu deze problemen zijn afgenomen, daalt ook de inflatie dienovereenkomstig.
  • Ten tweede is, door de sterke daling van de inflatie, de reële kortetermijnrente aanzienlijk gestegen, vooral in Europa. Dit kan de economische groei onnodig vertragen.
  • Ten derde exporteert China meer deflatoire krachten.

Contrasterende analyses en inflatieprojecties

Sommige analisten hebben echter een andere kijk op deze situatie. Als de economie buiten het recessiegebied blijft, is de verwachting dat de Fed en de ECB de rente zullen verlagen, maar uiteindelijk minder dan de markt nu voorspelt. Dit is vanwege de verwachting van structureel meer inflatoire druk, zowel vanuit de vraag- als de aanbodzijde, vergeleken met de periode voor de coronacrisis.

Verschillende factoren dragen hieraan bij:

  • de vergrijzing van de beroepsbevolking in de VS, Europa en Zuidoost-Azië, wat resulteert in een krappe arbeidsmarkt en opwaartse druk op de lonen
  • de welvarende babyboomgeneratie die met pensioen gaat en hun vermogen besteedt
  • deglobalisering en de neiging tot productie dichter bij afzetmarkten
  • toegenomen overheidsuitgaven voor defensie en klimaatverandering
  • en de groei van populistische bewegingen die vaak pleiten voor lagere belastingen en hogere overheidsuitgaven.

Desondanks is er een kans op een tijdelijke verdere daling van de inflatie, vooral na een periode van snelle inflatiestijging zoals in de afgelopen jaren. Dit is al zichtbaar bij veel goederen die in prijs zijn gestabiliseerd of zelfs gedaald. Echter, vanwege de genoemde structurele factoren, wordt niet verwacht dat een dergelijke daling langdurig zal zijn en zal deze waarschijnlijk worden gevolgd door een nieuwe stijging.

De verwachting is dat er in de loop van dit jaar meer neerwaartse druk op de groei zal zijn, met toenemende recessiezorgen. De groeibevorderende krachten van het afgelopen jaar zullen naar verwachting afzwakken of zelfs een remmende impact hebben. Het effect van het strakkere monetaire beleid van de afgelopen anderhalf jaar is nog niet volledig doorgevoerd in de reële economie. Daarnaast kunnen dalende activaprijzen en afnemende groei elkaar negatief versterken.

Hierdoor is de verwachting dat de langetermijnrentes in de VS en Europa de komende maanden verder zullen dalen, mogelijk versterkt door verliezen op commercieel onroerendgoedleningen die nieuwe problemen bij banken kunnen veroorzaken. Echter, op korte termijn kunnen de langetermijnrentes nog iets stijgen als meer beleggers hun verwachtingen van renteverlagingen aanpassen vanwege sterke economische cijfers, met name uit de VS.

De Amerikaanse economie: groei en risico’s

In de Verenigde Staten wijzen recente gegevens over consumentenbestedingen en opmerkelijk sterke banencijfers op een economische groei die duidelijk boven de geschatte potentiële groei van rond de 2% ligt. Dit zorgt voor aanhoudende opwaartse druk op de inflatie, waardoor de Federal Reserve (Fed) terughoudend blijft met het starten van renteverlagingen. Er bestaat ook een risico dat de inflatie weer zal stijgen als de huidige neerwaartse druk, veroorzaakt door verminderde problemen aan de aanbodzijde en gunstige basiseffecten, afneemt.

Drie scenario’s voor de Amerikaanse economie

Er worden drie mogelijke scenario’s overwogen voor de Amerikaanse economie:

  • Het eerste scenario betreft de invloed van kunstmatige intelligentie (AI) op de productiviteitsgroei, wat zou kunnen leiden tot een structureel hogere potentiële groei, waardoor de economie sneller kan groeien zonder inflatie te veroorzaken. Hoewel recente productiviteitscijfers dit scenario ondersteunen, geloven veel economen dat het effect van AI op de totale economische productiviteit in de komende jaren nog beperkt zal zijn.
  • Het tweede scenario suggereert dat de recente positieve cijfers een te optimistisch beeld van de economie schetsen. Hoewel het aantal banen vorige maand aanzienlijk is toegenomen, daalde het gemiddeld aantal gewerkte uren, wat resulteerde in een daling van het gemiddelde weekinkomen. De voortzetting van de consumptiegroei is afhankelijk van de mate waarin Amerikaanse huishoudens bereid en in staat zijn om meer te lenen. Een toename van het aantal wanbetalers op consumentenleningen wijst erop dat veel consumenten weinig ruimte hebben voor extra consumptie.
  • Het derde scenario betreft mogelijke problemen in de bankensector. Onlangs kwam een regionale bank in de VS in de problemen, en er waren berichten over aanzienlijke verliezen van Japanse en Duitse banken op commercieel vastgoed. Gezien de grootte van de commerciële vastgoedmarkt in de VS en wereldwijd, en de prijsdalingen van met name kantoorgebouwen door hogere rentes en toegenomen leegstand, verwachten analisten dat banken en andere financiële instellingen nog veel verliezen moeten nemen. Dit zou kunnen leiden tot een grotere terughoudendheid bij banken en beleggers in het verstrekken van leningen, wat de Fed zou kunnen aanzetten tot een snellere renteverlaging dan momenteel wordt aangegeven.

Het eerste van de besproken scenario’s wordt als het minst waarschijnlijk beschouwd. Desondanks, zolang de economische en arbeidsmarktcijfers sterk blijven, zal de markt dit scenario meer in overweging nemen. Dit kan leiden tot een verdere stijging van de langetermijnrentes in de Verenigde Staten. Bovendien zal de Federal Reserve waarschijnlijk blijven benadrukken dat het te vroeg is om de rente te verlagen. Naar verwachting zal in de loop van het tweede kwartaal de neerwaartse druk op de langetermijnrentes overheersen, vanwege toenemende zorgen over een recessie en mogelijk meer problemen in de bankensector door verliezen op commercieel vastgoed.

Op korte termijn wordt verwacht dat de rente op tweejarige en tienjarige Amerikaanse staatsobligaties zal stijgen naar respectievelijk 4,6% en 4,3%, om vervolgens te dalen naar ongeveer 2% voor de tweejarige rente en 2,5% voor de tienjarige rente.

Europese economie: stagnatie en herstel

De economie van de Eurozone laat tekenen van stagnatie zien, maar volgens recente groeicijfers is er geen sprake van een recessie. Sommige landen, zoals Frankrijk, tonen tekenen van beginnend herstel in de industriële sector. Ondanks dat de kerninflatie minder sterk is gedaald dan verwacht, is er een algemene daling van de inflatie, mede doordat de economische groei momenteel onder het potentieel ligt, wat zorgt voor extra neerwaartse druk op de inflatie.

ECB’s monetair beleid en toekomstvisie

De Europese Centrale Bank (ECB) zal naar verwachting in de komende maanden terughoudend blijven met het verlagen van de rente. Dit komt door de lage groei in combinatie met een krappe arbeidsmarkt en een toename in het aantal banen, wat wijst op een daling in de productiviteit en dus extra opwaartse druk op de inflatie. De productiviteitsdaling kan verschillende oorzaken hebben, zoals de krimp in de industrie door hoge energieprijzen en het herstel van de dienstensector, de grotere rol van de overheid in de economie, en de vergrijzing die leidt tot een toename in de vraag naar zorg. De combinatie van negatieve productiviteitsgroei en stijgende lonen kan neerwaartse druk op de bedrijfswinsten uitoefenen en bedrijven minder geneigd maken om te investeren, wat de verdienmogelijkheden van de Europese economie op lange termijn kan schaden.

Dit verhoogt het risico dat hoe langer de ECB wacht met renteverlaging, hoe groter de kans wordt op een te strak monetair beleid en daarmee een toenemend risico op een recessie. Hoewel de ECB een tijdelijke en lichte recessie kan accepteren om de inflatie rond de 2% te houden, zou een recessie ook betekenen dat de hoge schuldenlast zwaarder gaat wegen op de economie. Dit kan leiden tot hernieuwde zorgen over hoge schulden in zwakkere EMU-landen en een toename in de renteverschillen tussen deze landen, met speculatie over een mogelijk uiteenvallen van de EMU tot gevolg. Bovendien kan een recessie het succes van populistische partijen vergroten, die vaak minder ophebben met uitgebreide Europese samenwerking.

Wat betreft de rentes, de ECB heeft aangegeven te verwachten en rond de zomer de rente te verlagen. Echter, de verwachting is dat de ECB eerder dan de Fed zal beginnen met verlagen, wellicht al voor de zomer, vanwege de zwakkere Europese economie. Een verdere daling van de inflatie zou ook bijdragen aan een eerste renteverlaging voor de zomer. Als de recessievrees in de VS toeneemt en daardoor wereldwijd de activaprijzen dalen, kan de ECB-depositorente tegen het einde van dit jaar rond de 2% liggen. De rente op tweejarige en tienjarige Duitse staatsobligaties kan de komende weken tot maanden nog iets stijgen, maar niet verder dan 2,8% respectievelijk 2,5%.

Conclusion

De financiële markten zijn recentelijk beïnvloed door veranderingen in de Amerikaanse en Europese rentebeleid. In de VS leidde een minder voorzichtige houding van de Federal Reserve tot stijgende langetermijnrentes, versterkt door robuuste arbeidsmarktcijfers en consumentenbestedingen. Tegelijkertijd zorgde afnemende inflatie in Europa voor dalende rentes. Investeerders passen hun verwachtingen aan, anticiperend op snellere renteverlagingen door de Fed en ECB, hoewel de daadwerkelijke verlagingen minder kunnen zijn vanwege structurele inflatoire drukken. In de VS zijn de vooruitzichten gemengd, met mogelijke invloeden van AI op productiviteit en uitdagingen in de bankensector. De Eurozone toont stagnatietekenen zonder recessie, maar de ECB blijft terughoudend met renteverlagingen door lage groei en arbeidsmarktuitdagingen, wat het recessierisico verhoogt.

Disclaimer

De verstrekte informatie en materialen op deze site vormen geen aanbod tot verkoop of uitnodiging voor het doen van een aanbod tot aankoop van valuta of effecten en investeringsbeslissingen mogen er niet op gebaseerd worden. De informatie op deze website wordt verstrekt als algemene informatie en is geen vervanging voor financieel, juridisch of ander professioneel advies. Hoewel wij ernaar streven om accurate, volledige en up-to-date informatie te verstrekken, geven ValutaPartners geen garanties over de foutloosheid, volledigheid, actualiteit of geschiktheid voor een specifiek doel van de inhoud van deze brochure. Het wordt sterk aanbevolen om professioneel advies in te winnen voordat u handelt op basis van de informatie. Het afdekken van valutarisico’s kan ertoe leiden dat u mogelijk gunstige valutabewegingen mist. Hoewel dit niet noodzakelijkerwijs een financieel verlies betekent, kan het wel betekenen dat u mogelijk winsten misloopt die u zou hebben behaald als u het valutarisico niet had afgedekt. Hoewel de uitkomst van een individuele termijntransactie op het moment van aangaan vaststaat, kunnen de algehele ‘waarde’ of ‘voordeligheid’ van dergelijke transacties variëren afhankelijk van toekomstige valutabewegingen. Dit betekent dat hoewel u op het moment van de transactie precies weet hoeveel u betaalt voor een bepaalde valuta, u mogelijk beter of slechter af kunt zijn dan als u de transactie niet had aangegaan, afhankelijk van hoe de valutamarkt zich beweegt. ValutaPartners zijn niet aansprakelijk voor enig verlies of enige schade die u kunt lijden als gevolg van het gebruik van of het vertrouwen op de informatie in op deze website. Deze aansprakelijkheidsbeperking omvat, maar is niet beperkt tot, directe, indirecte, incidentele, gevolgschade, bijzondere of exemplarische schade.